#blaasinstrument

19 items
alpenhoorn
De alpenhoorn is een van hout vervaardigd blaasinstrument met een lengte tot vier meter.
altsaxofoon
Een altsaxofoon of altsax of alto is de meest voorkomende uitvoering van de saxofoon. Het instrument is uitgevonden door Adolphe Sax en staat gestemd in de toonsoort Es hoewel ook uitvoeringen in C voorkomen. De altsax is goed te herkennen aan de rechte hals (bovenste stuk waarop het mondstuk bevestigd wordt), die boven de body (de rest van het instrument tot aan de beker) abrupt naar beneden knikt. De hals van de eveneens veel gebruikte en grotere tenorsaxofoon is daarentegen welvend.
baritonsaxofoon
De baritonsaxofoon of baritonsax is een wat minder gebruikelijke saxofoon dan de tenor- of altsax. Het instrument is doorgaans in Es gestemd, en heeft vaak als extra noot een zogenaamde 'lage-A' waar de overige saxofoons een bereik tot een 'lage-Bes' hebben.
blokfluit
De blokfluit is een blaasinstrument gemaakt van hout of kunststof met een labium. De blokfluit is voorzien van een mondstuk om het aanblazen te vergemakkelijken, en behoort daarmee tot de bekfluiten. Het mondstuk heeft een cilindrische boring waarin het blok (vandaar de naam blok-fluit) van een zachtere houtsoort is aangebracht. Het blok laat een smalle spleet vrij waardoor de lucht op het labium gericht wordt. Het zachtere hout van het blok maakt de opname van ademvocht mogelijk wat de bespeelbaarheid ten goede komt.
dwarsfluit
De dwarsfluit wordt zoals de naam aangeeft, dwars op de lippen geblazen; de luchtstroom uit de mond staat haaks op de boring van het instrument. De kleinere en hoger gestemde uitvoering wordt piccolo genoemd, de grotere uitvoeringen altfluit en basfluit. De moderne dwarsfluit, tegenwoordig meestal van metaal, is door Theobald Böhm ontwikkeld uit de traverso (barokfluit) die meestal van hout was (zie hieronder onder "geschiedenis").
fagot
De fagot is een houten blaasinstrument met dubbelriet in tenor- en basligging, dat wordt ingedeeld bij de houtblazers. Het instrument bestaat uit een lange (houten) buis met een licht conische boring. Omwille van de hanteerbaarheid is de buis 'dubbelgevouwen', een bouwwijze waaraan de fagot zijn naam dankt: het Italiaanse "fagotto" betekent (takken)bundel. (Ook in het Frans is de betekenis "bundel" of "takkenbos", vandaar dat sommige Vlaamse componisten weleens voor "takkenbos" schreven.) De klank van de fagot is uiterst karakteristiek: in de lage tonen enigszins grof en korrelig, in het middenregister gelijkend op die van de hoorn en in de hoogte nadert de toon die van de cello, altviool of menselijke tenorstem.
fluit
Een fluit (of vaak in diminutief fluitje) kan zijn:
hobo
Een hobo is een dubbelrietinstrument, behorend tot de houten blaasinstrumenten, ook wel houtblazers genoemd.
hoorn
De hoorn is een muziekinstrument dat sinds lange tijd belangrijke functies heeft vervuld. Net als bij de trompetten kon ook op de hoorn door het ontbreken van kleppen en ventielen in het hoofdbuiscorpus niet chromatisch in alle twaalf toonsoorten worden gespeeld. Dit was al vroeg in de westerse muziekgeschiedenis, rond de 14e eeuw, wel het geval met de schuiftrombone. De hoorn is, met de trompet, in feite het laatste koperblaasinstrument dat van ventielen werd voorzien.
melodica
Een melodica is een toetsinstrument dat gerekend wordt tot de aerofonen. Het is een van de weinige polyfone blaasinstrumenten.
mondharmonica
De mondharmonica is een blaasinstrument en een lamellofoon dat qua toonvorming sterk verwant is aan de trekzak. Het werd door Christian Friedrich Buschmann in 1821 ontworpen. In plaats van met een balg wordt lucht met de mond door de openingen geblazen of gezogen. De luchtstroom brengt een doorslaande tong in trilling die een toon ten gehore brengt. De mondharmonica is doorgaans wisseltonig; blazen en zuigen levert een verschillende toon.
panfluit
De panfluit is een fluit die uit een aantal aan de onderzijde gesloten buizen is opgebouwd van verschillende lengte. Als materiaal wordt voor de Zuid-Amerikaanse panfluit veelal bamboe gebruikt. Daarnaast zijn er ook panfluiten gemaakt van hout, glas of metaal en kunststof. De naam panfluit is afkomstig van de Griekse god Pan.
saxofoon
Een saxofoon, kortweg sax, is een blaasinstrument met een conische, meestal S-vormige buis, die voorzien is van kleppen. De saxofoon wordt niet tot de koperblazers gerekend, maar zoals alle riet-blaasinstrumenten tot de houtblazers. Saxofoons hebben een conische boring – ze worden van het mondstuk naar het bekeruiteinde toe breder. Het riet begint te trillen bij het blazen, zo ontstaat het geluid dat daarna door het andere deel van het instrument gaat. De drie grote delen van de saxofoon zijn het mondstuk, de hals en het klankgat.
schuiftrompet
De schuiftrompet is een zeldzaam blaasinstrument, een variant van de trompet, waarbij de variatie van de buislengte - en daarmee de toon - door een schuif wordt veroorzaakt. Dit in tegenstelling tot de gewone trompet, die voorzien is van ventielen.
sopraansaxofoon
Een sopraansaxofoon of sopraansax is een van de kleinste (en hoogste) leden van de saxofoonfamilie. De soprillo en de sopraninosaxofoon zijn kleiner terwijl de altsax één maat groter is. Een sopraansax is doorgaans recht, in tegenstelling tot de alt en lagere leden van de saxofoonfamilie. Maar de sopraansax komt ook in een gebogen vorm voor (vorm van een altsax). Deze vorm is niet zo heel erg zeldzaam, verschillende merken maken dit soort vormen maar er is wel een andere wel zeldzame vorm: namelijk de saxello (een gebogen hals met een naar voren staande beker).
tenorsaxofoon
De tenorsaxofoon of tenorsax is na de altsaxofoon de meest voorkomende saxofoon. Het instrument is meestal in de toonsoort Bes gestemd; de meeste Amerikaanse modellen hebben een stempel met "low pitch" gestemd in B♭ (bes) of "high pitch" gestemd in B. Een enkele keer is een tenorsax gestemd in C; dit heet een C-melody-saxofoon en deze is iets kleiner dan de tenor. Beide hebben een S-vorm met een zwanenhals.
trompet
De trompet is een blaasinstrument van de familie der koperblazers, waarbij het geluid ontstaat doordat de lippen die tegen het mondstuk geplaatst worden, met de adem in trilling worden gebracht.
tuba
De tuba is de naam voor een aantal koperen blaasinstrumenten in het bas-register. Instrumenten die onder de tubafamilie worden geschaard zijn het eufonium (soms tenortuba genoemd) en de (bas)tuba's (gestemd in F, Es, C of Bes). Tuba is een benaming die in vele talen wordt gebruikt en ongespecificeerd verstaat men onder 'tuba' meestal een bastuba. In amateurblaasorkesten in Nederland en België heeft men echter dikwijls de gewoonte om onder de term 'tuba' een eufonium te verstaan.
waldhoorn